De overdracht van de functie van Chef d’Equipage van Jules de Bree naar Walter Kers was op 28 mei 2010. Het was een bijzondere overdracht, omdat het voor de eerste keer tijdens ‘Alle Hens voor de boeg’ gebeurde. Bij alle Alle Hens voor de boeg staat het personeel groepsgewijs opgesteld zoals bij grote parades.
We lezen in het nieuwsbulletin van de Marine op 28 mei dat de Commandant Zeestrijdkrachten, vice-admiraal Matthieu Borsboom (2010 – 2014) aanwezig was bij de overdracht.
Borsboom gaf tijdens deze bijeenkomst het volgende aan: “Normaal treedt hierbij de gehele bemanning aan, maar om de 10.000 werknemers van de CZSK bijeen te brengen is in deze setting een behoorlijke uitdaging. Er is echter wel een zorgvuldig vastgestelde afvaardiging aanwezig en het feit dat we kiezen voor een alle hens betekent voor mij dat we met het instituut krijgsmachtdeeladjudant grote stappen vooruit maken”.
Als de vertrekkende Marineadjudant de Bree aangeeft dat hij bij zijn aantreden de opdracht kreeg om aan de equipage smoel te geven en hij zich daar voor ingezet heeft, springt daar de nieuwe Marineadjudant op in: “Ik ben vereerd om de equipage van de Koninklijke Marine te mogen vertegenwoordigen. Ik ben me ervan bewust dat er nog veel uitdagingen op mijn pad zullen komen, maar ik weet zeker dat wij als team een goed product kunnen neerzetten”.
De nieuwe Marineadjudant start zijn functie in een lastige tijd. Op 8 april 2011 komt de beleidsbrief waarin aangegeven werd dat er fors gesneden moet worden.
In de Alle Hens van april 2011 laat Kers zijn licht over deze materie schijnen:
“Sinds 8 april zijn we op de hoogte van de beleidsbrief en iedereen heeft gehoord of gelezen wat dit voor impact heeft op onze Koninklijke Marine. (.) Ik heb al via verschillende kanalen vernomen dat dit leidt tot onrust, emoties en verschillende geruchten. De grote vraag van onze equipage is: “wat betekent dit voor mij?”
Kers geeft aan in zijn reactie dat hij groot belang hecht aan goede communicatie: “Meer dan ooit is het belangrijk om face to face gesprekken te voeren, niet alleen via de mail”.
De Marineadjudant ziet een duidelijke taak voor de Chef d’Equipages als thermometers binnen hun eenheid: “Hij zal in gesprek moeten gaan met zijn equipage, tijdens koffiedrinken, op de werkplek of het strooitje roken. Gebruik bijvoorbeeld baksgewijs of organiek appel waar het voor bedoelt is, niet alleen voor de gepoetste schoenen maar juist voor het delen van informatie”.
Kers is zich terdege bewust van de onzekere periode die ingegaan is: “We gaan een lastige periode tegemoet en het toekomstperspectief is niet helemaal helder. Juist in slechte tijden is (sociaal) leiderschap en goede communicatie, top down en bottom up van cruciaal belang”.
Over leiderschap heeft de Marineadjudant Kers een duidelijke visie, die verwoordt hij als volgt:
“Leiding geven is mensenwerk en elk mens is uniek. Dus elke leider geeft anders leiding en elke ontvanger van leiding zal de manier van leiding geven anders ervaren. Leidinggevenden zullen dus regelmatig stil moeten staan bij het onderwerp leiderschap.
Om op de werkvloer goed leiding te geven is allereerst goede vakkennis benodigd. De kennis die hiervoor benodigd is, wordt aangeleerd tijdens de diverse vak –en functieopleidingen. Zodra men eenmaal op functie geplaatst is, gaat men ervaring opdoen. De kennis en ervaring die bij de oudere collega’s aanwezig is, zal overgedragen moeten worden op jongere collega’s door intensieve begeleiding. De vorm van leiding geven verandert gedurende het doorlopen van de (onderofficiers)rangen. Een korporaal zal beginnen als uitvoerder op de werkvloer, meewerkend voorman, en met het doorlopen van de rangen zal hij uiteindelijk doorgroeien naar chef van een systeem, dienstchef of chef der equipage. De Beleidsvisie Onderofficieren beschrijft dan ook een aantal rollen die behoren tot het domein van de onderofficier zoals uitvoerder, begeleider van mensen, bewaker van processen en adviseur. De onderofficier zal tijdens het doorlopen van de rangen constant moeten leren, niet alleen op vakinhoudelijk gebied maar ook welke vorm van leiderschap er van hem verwacht wordt. Leren door het te doen (ervaren) maar ook door het opdoen van kennis op de SMVBO. Gedurende de loopbaan van een onderofficier zal hij per rang één of meerdere keren een LMV-module doorlopen op deze school, “just in time, just enough”. Hier krijgt de onderofficier de gereedschappen uitgereikt die bij zijn rang horen en waarvan hij gebruik kan maken op de werkvloer. De onderofficier zal altijd zijn ogen gericht hebben op zijn leidinggevende, omdat hij na verloop van tijd een soortgelijke functie gaat vervullen. Deze leidinggevende zal zich dan ook bewust moeten zijn dat hij een voorbeeld is voor zijn jongere collega. Een voorbeeld in normen en waarden, integriteit, maar ook in zijn omgang met personeel”
Toespraak viceadmiraal Borsboom (Kers2)
Op 23 januari 2014 draagt adjudant Kers zijn functie over aan adjudant D. Harting.
In zijn afscheidsspeech keek de adjudant terug: “ Vandaag komt er een einde aan mijn vierde functie als Chef d’Equipage. Begonnen als CDE op de Scheveningen, door naar de Evertsen waar ik een fantastische tijd heb gehad en met veel plezier op terugkijk. Uiteindelijk via CDE GBW beland op de stoel van CDE CZSK, een hele eer.
Chef der équipage, de man naast de commandant. Zo heb ik het nooit gezien, tussen beleid en de werkvloer, daar ligt het werkterrein van de CDE. Laverend tussen de leiding en de werkvloer, daar voelde ik mij goed bij, olie tussen alle radertjes, en dat zijn er best veel”.
Verder was het een tijd dat er fors gesneden moest worden. Of het nu leuk is of niet, het geld was er niet. Er moesten keuzes gemaakt worden en dan werd er vaak taakgericht gedacht. Ik ben van mening dat de menselijke aspecten niet uit het oog verloren mogen worden. Als je dan op vergaderingen hoorde dat er gesproken werd in percentages heb ik steeds geprobeerd het menselijk te maken, over wie hebben we het, over welke sergeant van 41 met kind en een hypotheek.
En als je dan iets uit moest leggen waar je ten diepste niet achter stond?
“Ik heb steeds gevraagd naar het waarom, het nut van bezuinigingen, wat besparen we hiermee, wat roepen de mensen als ze dit horen? De mensen hebben vragen en ik wil het uit kunnen leggen”
Het grote winstpunt bij deze reorganisatie is dat in alle (deel)projectgroepen een onderofficier terecht is gekomen. Dit heeft het draagvlak voor soms ingrijpende besluiten wel vergroot binnen het onderofficierskorps”.
Tijdens de periode dat adjudant Kers zijn functie vervulde heeft hij gewerkt aan de Beleidsvisie onderofficieren Koninklijke Marine. Dit mondde uit in de brochure STORM.
Hoe is dit in zijn werk gegaan?
“Als je vraagt aan een onderofficier wat de organisatie van hem verwacht, dan weet hij een hele lijst op te sommen die zo in de beleidsvisie onderofficieren past.. Ik wilde een spa dieper steken en komen tot een brochure die handen en voeten geeft aan de beleidsvisie onderofficieren, handvatten voor op de werkvloer. De afkorting STORM heb ik niet helemaal zelf verzonnen, maar ik kwam op het idee doordat een collega marinier tijdens een gesprek aangaf dat hij tegen zijn mannen altijd vertelde dat ze STOER moesten zijn en dat sloeg op Samen, Trots, Open, Eerlijk en met Respect. Ik heb dit STOER veranderd in STORM, dat staat voor Samen, Trots, Open en eerlijk, Respect en Maritiem. Tijdens mijn periode organiseerde ik 2 x per jaar een netwerkdag onderofficieren. Ik heb tijdens een netwerkdag groepen gemaakt die elk een letter van STORM uitgewerkt hebben.
Uiteindelijk is hier de brochure STORM uit voortgekomen die is overhandigd door Admiraal Borsboom op een netwerkdag van de onderofficieren. In eerste instantie bedoeld voor alle onderofficieren, maar uiteindelijk verstuurd aan al het marinepersoneel. Op de SMVBO ( School voor Maritieme vorming, bedrijfsvoering en onderwijs) ligt de brochure nu op de plank en is deel van de opleiding”.
Terugkijkend op zijn periode als Chef d’Equipage geeft adjudant Kers aan waar hij aan gewerkt heeft:
“Ik heb geprobeerd de onderofficier die positie te geven waar hij recht op heeft. Ik zie mijzelf niet als degene die het gedaan heeft, ik ben niet solitair bezig geweest, ik was onderdeel van een groep onderofficieren die tot taak had de belangen van de onderofficier onder de aandacht te brengen en collega’s te wijzen op wat van hen verwacht wordt. Mensen zijn het kapitaal in je organisatie. Zonder personeel is het mooiste schip niets. Ik stond voor de mens in de organisatie, mensgericht en taakgericht moeten in balans zijn”.
In 2015 heeft Kers een Koninklijke onderscheiding ontvangen, de Orde van Oranje Nassau met de zwaarden , uitgereikt door de minister van Defensie.
Op 6 januari 2020 overleed Walter Kers na een ziekbed in Anna Paulowna.
Foto’s boven zijn gemaakt bij de discussies en overhandiging van de brochure STORM.
Foto’s boven zijn gemaakt bij functieoverdracht aan Dirk Harting
Documenten
140123 CDE Overdracht Walter Kers