De implementatie van de stafadjudanten wordt ingeluid met de installatie van adjudant W.M. Tanis als eerste Landmacht-adjudant op 8 mei 1998.
Bovenstaande adjudant Tanis met de enkele nestel!
Willem Tanis werd geboren op 15 januari 1951 te Dirksland. Na zijn schoolperiode begon hij zijn loopbaan bij de Koninklijke Marechaussee op 16 juli 1969.
In 1974 ging hij over naar de Koninklijke Landmacht alwaar hij na zijn opleiding als groepscommandant werd geplaatst bij het 45 Pantserinfanteriebataljon in Steenwijk. Bij dat bataljon vervulde functies als Opvolgend pelotonscommandant, Compagniessergeant-majoor en S2toegevoegd en werd hem het Erekoord in rood uitgereikt.
In 1986 werd hij een jaar voorbevorderd in de rang van sergeant-majoor en overgeplaatst naar het Opleidingscentrum Infanterie als Klasse-commandant Wapen technische Opleiding Infanterie om aansluitend weer terug te keren naar het Legerkorps in de functie van Compagniessergeant-majoor bij de Stafcompagnie van 43 Gemechaniseerde Brigade.
Vanuit deze functie werd hij als eerste Nederlandse Onderofficier door de toenmalige Bevelhebber Luitenant-generaal Wilmink in de gelegenheid gesteld een opleiding te volgen aan de United States Sergeant-Major Academy in El Paso Texas.
Na zijn terugkeer uit de Verenigde Staten presenteerde hij zijn evaluatieverslag aan de Landmachtstaf en gaf hij een eerste aanzet aan de twee begrippen : “ De Onderofficier naast de Commandant en Onderofficieren leiden Onderofficieren op”.
Aansluitend werd hij werd aangesteld als Bataljonsadjudant op de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Hierna werd hij geplaatst bij het Supreme Headquaters Power Europe (SHAPE) in de staf van de Nationaal Military Representative als Adjudant Operatien. Gedurende die tijd vervulde hij tevens de functie van Chairman Senior NCO’s van de betreffende NAVOlanden.
Volgens een bijzondere uitgave van de Onderofficier van mei 1998 begon het allemaal als volgt:
“Op een zonnige dag in juli 1997 snerpt in een van de talloze burelen van het Supreme Headquartes Allied Powers Europe (SHAPE) en Belgie een telefoon. De stafadjudant van de Nationaal Vertegenwoordiger van Nederland bij SHAPE neemt op en hoort: ‘ Willem, met Rene, heb jij zin om Landmacht-adjudant te worden?…”
“Wij, dat zijn de COKL-adjudant, de divisie en brigadeadjudanten en ik, willen jou voor die functie voordragen. Wat vindt je hiervan?”
Zijn gedachten flitsen terug naar een gesprek dat hij zo’n zeven jaar geleden voerde met de legerkorpscommandant. Samen met een aantal collega’s, dat net als hij, een cursus aan de United States Sergeants Major Academy (USASMA) in Amerika had gevolgd bespraken ze de positie van de onderofficieren in de KL. En dan in het bijzonder die van de onderofficier naast de commandant. Op een herhaalde en zeer indringende vraag van de toenmalige commandant 1LK wat hij zelf eigenlijk wilde, had hij geantwoord: “Als ik voldoende speelruimte zou kunnen krijgen, me gedragen zou weten door m’n collega’s en die functie zou bestaan zou ik wel KL-adjudant willen worden”.
Tanis was de eerste KL-adjudant die de cursus USASMA in Amerika mocht volgen. De ideeën die toen nog revolutionair waren heeft hij in een evaluatieverslag gepresenteerd aan de toenmalige BLS.
De nieuwe landmacht-adjudant heeft bij zijn aantrede de volgende opvattingen voor zijn taak: ”Ik ben niet in de Landmachtstaf om daar de onderofficieren eens even te promoten. Nee, ik ben ingehuurd om op het niveau van de BLS te acteren als onderofficier. De speelruimte waarbinnen ik kan acteren moet nog worden vastgesteld en veel zal afhangen van de eerste gesprekken die ik daarover met de BLS zal hebben. Ik kan mij bijvoorbeeld voorstellen dat ik hem vergezel tijdens bezoeken die hij aflegt. Niet als zijn toegevoegd, maar binnen zijn delegatie zelfstandig opererend. Ik ga er namelijk van uit dat de KL-adjudant onafhankelijk optreedt”.
Tanis geeft ook meerdere malen aan dat hij niet als een ombudsman wil functioneren. Hij zal zich in zijn functie focussen op de missie, de opleiding en de training. Veel belang hecht hij aan de missie, hoe voert de man zijn taak uit en wat valt er yerbeteren.
“Nee ik geen behartiger van individuele belangen, daar zijn andere instanties voor. Nee, ik ben er om te coachen, te begeleiden en te fungeren als klankbord voor commandant en werkvloer. Het feit dat ik onderofficier ben en hun taal spreek maakt me juist voor de categorie onderofficieren heel aanspreekbaar”.
Hij onderschrijft de lijfspreuk van de CDS: ”De man op de werkvloer is mijn bestaansrecht”.
Tanis heeft ook veelvuldig contact met de Krijgsmacht-adjudant en de andere krijgsmachtdeeladjudanten. Hij geeft aan dat dit een hele fijne samenwerking was waarbij sprake was van wederzijds respect.
Het is een zonnige dag eind juni 2001 als op van Horne kazerne in Weert tijdens een korte ceremonie Tanis zijn functie van landmacht-adjudant overdraagt aan zijn opvolger Arend Brinkman.
Toespraak door de BLS Generaal van Baal bij het afscheid als landmacht-adjudant
De locatie is op uitdrukkelijk verzoek van Tanis gekozen. De van Horne kazerne is de bakermat van de onderofficieren namelijk de Koninklijke Militaire School. De plaats van opleiding voor onderofficieren. En dat was waar Tanis zich sterk voor gemaakt had, een goede opleiding. De toenmalige BLS generaal van Baal geeft in zijn toespraak aan: “Tijdens zijn functievervulling blijkt Tanis een voorvechter te zijn voor de positie van de onderofficieren. De kwaliteiten van onderofficieren gaan verder dan het lijdzaam volgen van de commandant en het letten op details, is altijd de mening van de adjudant geweest. De invulling van de functie van landmacht-adjudant is voor adjudant Tanis altijd helder geweest; het zwaartepunt moest volgens hem liggen bij de missie en dan met name bij de opleiding en training, welke hij ziet als de voornaamste verantwoordelijkheid van de onderofficieren. Hoe voert de man zijn taak uit en wat valt te verbeteren? Dus klankbord zijn voor de commandant op de werkvloer. Verder is het de visie van de adjudant dat onderofficieren uitermate geschikt zijn om de daadwerkelijk effecten van beleid op te pikken en daarover, al dan niet stevig met de commandant van gedachten te wisselen”.
De BLS vervolgde:” De onderofficier naast de commandant is een structuur die in de praktijk niet meer weg te denken is. Een statement die ik als BLS volledig onderschrijf. Ook kan gesteld worden dat er een nagenoeg complete acceptatie hiervoor bestaat bij zowel het onderofficiers- als het officierskorps. Dit is voor een groot deel te danken aan de manier waarop adjudant Tanis zijn functie heeft vervuld. Daarmee heeft hij een wezenlijke bijdrage geleverd aan de kwaliteit en professionaliteit van de KL en daarvoor is de organisatie hem veel dank verschuldigd. Met het hart op de goede plaats voor het onderofficierskorps gaat hij beginnen aan de nieuwe functie van krijgsmacht-adjudant”.
Met het afdoen van de nestel van landmacht-adjudant door de BLS wordt daadwerkelijk zijn functie overgedragen.
Als dank voor zijn bijdrage aan de positieverbetering van de onderofficier werd op de Koninklijke Militaire School in Weert een Schoolgebouw naar hem vernoemd. In het front van het gebouw is de volgende tekst vermeld : Adjudant Tanis : Leider, Vakman en Instructeur.