De aanstelling van de eerste Luchtmachtadjudant werd een feit tijdens een ceremonie op 6 mei 1998.
Een primeur, want op 8 mei 1998 werd de Landmacht-adjudant de nestel omgehangen.
Tijdens een korte plechtigheid op het hoofdkwartier in Den Haag werd de eerste Luchtmachtadjudant W.E. Boonstra geïnstalleerd. Luitenant-generaal B.A.C. Droste gaf in zijn toespraak aan dat door de komst van de Luchtmachtadjudant het onderofficierenkorps nu op het hoogste niveau van de Klu-organisatie een aanspreekpunt heeft. De generaal gaf ook aan in zijn toespraak dat de nieuwe Luchtmachtadjudant een pioniersrol op zich nam en vroeg ook nadrukkelijk ruimte voor een extra waardering in beloning.
Op 13 juni 2000 was de tijd aangebroken dat Boonstra zijn functie aan zijn opvolger Martin van Bedijk zou overdragen. In een interview in Vleugels van 12 juli 2000 geeft hij aan hoe hij zijn werk in het Hoofdkwartier heeft ervaren: “Ik moest wennen aan het logge lichaam. Op mijn vorige luchtmachtonderdeel Groep Geleide Wapens De Peel kon ik als groepsadjudant sneller en director problemen afwerken. Hier in het Hoofdkwartier kan dat niet. Bij veel functionarissen zit de agenda overvol en kan een afspraak pas na anderhalf tot twee welken plaats vinden. Als er een probleem is, verwachten de collegae dat het snel afgehandeld wordt. Wel had ik direct toegang tot de bevelhebber voor belangrijke zaken, maar zaken zoals ceremonieel, kledingvoorschriften enz moesten door diverse commissies en/of vergaderingen behandeld worden. Soms terecht, maar soms duurde het onnodig lang, waardoor de mensen op de onderdelen zelf gingen rommelen en regelen. Voor veel zaken is een luchtmacht nodig, in plaats van vele luchtmachtjes in de luchtmacht. Dit vertraagde bepaalde processen. Het lobbyen heb ik wel geleerd en op recepties kon ik vaak op informele wijze zaken sneller regelen. Daar is op zichzelf niets verkeerds aan indien het verder officieel wordt afgewerkt. Al met al heb ik een fijne en leerzame tijd op het HKKLu gehad”.
Documenten: