Tegelijk met de oprichting van het CLAS (Commando Landstrijdkrachten) werd Witlox benoemd tot Landmacht-adjudant. (31 Augustus 2005). De nestel werd hem omgehangen door de toenmalige BLS generaal M.L.M. Urlings.

 

Met het aantreden van adjudant Witlox haalde men binnen de staf iemand binnen die hield van klare taal en ook niet van show.

In de defensiekrant van 11 mei van 2006 stond het volgende te lezen:

Landmacht-adjudant Theo Witlox eenheden bezoekt, krijgt hij bij voorkeur geen PowerPoint presentaties voorgeschoteld. Al begrijpt hij dat ook een commandant zijn verhaal kwijt wil. Witlox praat liever met de korporaals, de sergeanten en de sergeant-majoors op de werkplek. Dat is de beste manier om een indruk te krijgen van wat er bij de eenheid leeft en welke kwesties er spelen, vindt hij. “Ik loop lang genoeg mee om te weten hoe de kaarten liggen. Ik merk snel wanneer er een show wordt opgevoerd, waar niemand wat aan heeft”, aldus Witlox, die de commandant der Landstrijdkrachten gevraagd en ongevraagd adviseert. Het is al eens gezegd en geschreven, maar de Landmacht-adjudant vervult allesbehalve de rol van spion van de commandant der Landstrijdkrachten, onder wie hij ressorteert. Het woord komt niet eens in het vocabulaire van Witlox voor. Evenmin fungeert hij als ombuds- of vertrouwensman. De adjudant legt het nog maar eens uit. “Als adviseur van de commandant der landstrijdkrachten (luitenant-generaal Peter van Uhm) richt ik me op vier hoofdpunten; het bewaken van het domein van de onderofficier als leider, vakman en instructeur; het bewaken van de trainingen op niveau één en twee; het begeleiden van jonge onderofficieren en officieren. Verder houd ik de vinger aan de pols bij het zogeheten detecteren en selecteren van personeel. Overigens werk ik nauw samen met de brigade-, bataljons- en ressortadjudanten.

De periode dat Witlox landmacht-adjudant is, is ook de periode van de uitzendingen naar Afghanistan. Dit is voor de KL een ingrijpende periode en ook daarover zegt Witlox iets in de bovengenoemde defensiekrant: “Uitzending, met name die naar Uruzgan, is een ander punt dat de gemoederen bezig houdt, signaleert Witlox. Veel mensen staan volgens hem te trappelen om te gaan. “Ze kwamen in dienst om te worden uitgezonden

en daarnaast is in andere missiegebieden minder te beleven. Het valt me op dat de meesten volwassen met hun plaatsing in Uruzgan omgaan. Ze hebben de risico’s van deze uitzending, waaronder de mogelijkheid van sneuvelen, met hun thuisfront besproken. Dan pak je de zaken niet alleen volwassen, maar ook professioneel aan. Een militair kán immers omkomen.

Witlox was een echte troepenman die vrijwel elke eenheid bezocht: van de gepantserde containers in Afghanistan, de oefenterreinen in Nederland en Europa tot de landmachtcompagnie op Curaçao.

Een mijlpaal tijdens de periode van adjudant Witlox als landmacht-adjudant was de invoering van de onderscheidingstekens voor de leidinggevend korporaals OLK’s. In een nieuwsbericht op 3 december 2007 lezen we hierover het volgende:

“Adjudant Witlox: ‘Er lopen veel korporaals rond bij de landmacht. De plaatsvervangend groepscommandant, ook een korporaal, was niet als zodanig herkenbaar. Dat is vanaf nu verleden tijd. Deze mannen en vrouwen dragen een grotere verantwoordelijkheid en dat mag de buitenwereld zien. Daarom is vorig jaar besloten één algemene opleiding tot leidinggevend korporaal te geven op de KMS. De korporaals kunnen op deze manier alvast ruiken aan de functie van een onderofficier.’

In de OLK staan naast vorming de vakken leidinggeven, commandovoering en instructiebekwaamheid centraal. De cursist krijgt de basisbeginselen van commandovoering, het waarschuwingsbevel, de analyse van het pelotonsbevel en het maken van een groepsbevel aangeleerd. Het volgen van de OLK heeft niet automatisch het recht tot dragen van het functieonderscheidingsteken tot gevolg. ‘Alleen de korporaals die vanwege hun huidige functie de mogelijkheid hebben om op te treden als plaatsvervangend groepscommandant, krijgen het teken uitgereikt’, benadrukt Witlox.

Op 2 juli 2010 kwam ook een einde aan de periode Witlox als landmacht-adjudant en werd de nestel overgedragen aan Andre Odenkirchen.

Luitenant-generaal R.A.C. Bertholee prees in zijn toespraak de inzet van Witlox.: “Adjudant Witlox heeft in de afgelopen jaren de pijlers van het onderofficierskorps, leider, vakman en instructeur met tal van initiatieven versterkt.” De generaal noemde ook de invoering van de sergeant-majoors-opleidingen/ operaties bij alle operationele eenheden op compagniesniveau., de landmachtbrede invoering van de leidinggevende korporaal, de verdere invoering van het Schiethuis en de totstandkoming van een protocol voor detectie en selectie van onderofficieren.

Documenten

   

defensiekrant-2006-19