Donkers volgde als vijfde Landmachtadjudant Andre Odenkirchen op. Dit gebeurde op 18 september 2014 tijdens een officiële functieoverdracht op de Koninklijke Militaire School in Weert.

Donkers geeft aan dat hij veel voor het onderofficierskorps wil betekenen en dat hij ook de juiste ervaringsopbouw heeft.

In de periode van zijn voorganger is er veel gebeurd bij de Koninklijke Landmacht. Veel is gesneden en bezuinigd. Hoe trof Donkers de Koninklijke Landmacht aan toen hij de maandag na zijn in functietreding op de Kromhoutkazerne begon?

In de periode van mijn voorganger zijn er  grote klappen gevallen. Puur om het geld is er bezuinigd niet altijd volgens een goed plan. Er was veel onrust in de organisatie. Ik vergelijk het met een motor die constant in het rood staat te draaien. Er is geen geld voor herstel, geen geld voor onderdelen enz. Er is veel onzekerheid en ongerustheid onder het personeel. Ondanks dat zetten de meeste collegae er nog steeds hun schouder onder en proberen ze er het beste van te maken”.

 In de nieuwsbrief “ De Landmacht uitgelicht” van februari 2015 introduceert Donkers zich in een gastcolumn.

“Ik kan me goed voorstellen dat een sergeant van 42 Painfbat niet direct weet wie de nieuwe Landmachtadjudant is. De titel “boegbeeld van het onderofficierskorps” is mooi, maar ook niet meer dan dat. Uiteindelijk is het keihard werken om hem waar te maken. Dat kan alleen door het land in te gaan om collega’s te spreken over wat hen bezighoudt en om hun belangen zo goed mogelijk te behartigen. Dat valt niet altijd mee, want door het dwingende overlegritme in Utrecht, houd ik hiervoor feitelijk alleen de donderdag en de vrijdag over. Het bijwonen van die vergaderingen is echter essentieel, want ik wil als Landmachtadjudant mijn stem laten gelden op het moment dat er knopen moeten worden doorgehakt. Hier in Utrecht wordt het ‘gevecht’ over de toekomst van de landmacht gevoerd.”

In het blad De Onderofficier van juni 2015 geeft Landmachtadjudant Donkers een toelichting op de  nieuw verschenen Beleidsvisie Onderofficieren Koninklijke Landmacht.

“ In 2006 ziet de eerste Beleidsvisie op de onderofficier het daglicht. Feitelijk is dit document een herbezinning op de positie van de onderofficier, die aan het einde van de jaren ’90 op gang komt. In die periode transformeert de KL van een leger dat grotendeels uitdienstplichtigen bestaat naar een beroepsleger. Deze herijking van de rol en taak van de onderofficier mondt uiteindelijk uit in het domein van de onderofficier, waarin de taken en verantwoordelijkheden van de onderofficier zijn vastgelegd. Zo is binnen dit domein de onderofficier als (op)leider verantwoordelijk voor het niveau I (de individuele militair) en II (de groep), met daaraan verbonden het zijn van vakman, leider en instructeur. Daarnaast is de rol van de stafadjudant uitdrukkelijk beschreven in dit document. De beleidsvisie is door de jaren heen een krachtig instrument gebleken. Het heeft de onderofficier tijdens de bezuinigingen van de afgelopen jaren geholpen, onder meer bij het behouden van de KMS als de bakermat van het korps. Inmiddels tien jaar later is de wereld waarin de landmacht optreedt totaal veranderd. Het omvormen van een dienstplichtig naar een beroepsleger is grotendeels door de onderofficier gerealiseerd. Het oefenen op de Noord-Duitse laagvlakte heeft plaatsgemaakt voor een wereldwijd optreden, vaak in een hoog geweldsspectrum. Het docent gestuurd onderwijs heeft plaatsgemaakt voor beroepsgericht opleiden en trainen. Daarnaast is de internationale samenwerking van de KL met bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk inmiddels verankerd. Dat alles moest uiteindelijk wel leiden tot een revisie van de eerste beleidsvisie. In de nieuwe beleidsvisie is veel aandacht voor vorming, een rol die op het lijf van de onderofficier is geschreven. Daarnaast zijn de drie niveaus beschreven waarop de onderofficier functioneert en is er ruime aandacht voor de daaraan gekoppelde competenties en (loopbaan) opleidingen. Vanzelfsprekend dat het document dan ook in de verschillende opleidingen aan de KMS is ingebed. Hoewel het niet noodzakelijk is om de nieuwe beleidsvisie uit het hoofd te kennen, is kennis van het document wel van belang. Iedere onderofficier krijgt er immers vroeg of laat mee te maken, bijvoorbeeld bij de overgang van fase of bij het stijgen in rang. Om de wijzigingen en verantwoordelijkheden bij iedere onderofficier onder de aandacht te brengen is de volledige versie van de Beleidsvisie op de onderofficier in dit blad afgedrukt”.

Tijdens de stafadjudantenbijeenkomst voorafgaande aan de passing out op de KMS was op 1 mei 2015 de bovengenoemde beleidsvisie door Landmachtadjudant Donkers aan de C-Las Luitenant Generaal de Kruijf overhandigd.

Op 29 mei 2019 was er een gesprek met Adjudant Donkers en zijn opvolger Adjudant Koevoets.

Interview met de vertrekkende en komende Landmachtadjudant.

We ontmoeten elkaar op de Kromhoutkazerne in gebouw K9. Dit is de plaats waar de C-LAS en zijn staf is gevestigd en dus ook de Landmacht adjudant, dicht bij het vuur.

Adjudant Donkers geeft aan op de vraag hoe hij gestart is in zijn functie als Landmacht adjudant:

Ik begon in een diep dal, de beleidsbrief had er diep ingehakt, mensen waren beschadigd in hun vertrouwen en er was gebrek aan zo ongeveer alles. Op veel plaatsen waar je kwam hoorde je negatieve verhalen. Het was best een lastige tijd”.

De situatie is anders geworden, hoe staat het er nu voor nu je het stokje gaat overdragen?

Nu is de situatie veranderd, we hebben weer financiële middelen, er kunnen weer investeringen worden gedaan en dat gebeurd ook echt. Maar die spullen liggen niet direct op de plank dus we hebben nog een lange weg te gaan. Het vertrouwen moet terugkomen in de organisatie. We hebben nu weer andere zorgen, vulling van het personeelsbestand. Het gaat economisch goed in ons land dus er is veel verloop naar de burgermaatschappij. Ondervulling in de onderofficiersrangen is een probleem, de werving gaat goed, de KMS zit vol maar we moeten de mensen wel kunnen opleiden.

Verder is er over een nieuwe cao veel gedoe en dat geeft ook weer onrust. De vraag is, zien we licht en perspectief aan het einde van de tunnel, en dat licht is er!

Mijn rol als Landmacht adjudant was om op het hoogste dek constant zaken onder aandacht te brengen. Dat wat de C-LAS besluit moest ik uitleggen en dat is weleens lastig als het resultaat uitblijft.  Ik had mijn focus op de groep die positief wilde insteken, die oprecht bezorgd waren over “ons” bedrijf.

De vraag die de OTCO’s hebben is, hoe krijg ik het Onderofficiers korps weer op orde. Wij hebben de OO opleiding in mijn tijd weer gerepareerd, er was te weinig body. Ook hebben we stappen gemaakt in de doorlopende leerlijn en in de opleiding is de mentor ingevoerd. Ik denk dat we met de goede dingen bezig zijn op dat dek.

De Landmacht adjudant wordt wel gezien als het boegbeeld van de onderofficieren. Hoe heeft adjudant Donkers dit ingevuld?

“Je moet als Landmachtsadjudant in het land zijn, wekelijks donderdag en vrijdag bezocht ik de eenheden. Je moet zichtbaar zijn bij het OO symposium en tijdens de passing-outs op de KMS. De informatie moet je krijgen vanuit je netwerk van stafadjudanten. Als je echt iets wil inbrengen moet je in Utrecht zijn. Je bent een van de adviseurs van de C-LAS. Er is geen enkel besluit in mijn periode genomen waar ik mij niet in heb kunnen vinden. Het was niet altijd leuk maar wel uitlegbaar”.

Adjudant Donkers heeft gewerkt onder twee commandanten, hoe was de relatie met hen?

“Ik kon altijd bij hen terecht. Het waren wel mensen met totaal verschillende karakters. Generaal de Kruijf was een militair in hart en nieren die op het scherps van de snede werkte. Hij heeft veel bereikt, was een echte troepenman.

Generaal Beulen is behoedzaam, moet alles eerst gezien hebben en gaat voor zekerheid maar ook hij neemt besluiten.

We vragen aan Donkers wat hij voor tips heeft voor zijn opvolger adjudant Koevoets.

“Belangrijk is dat je jezelf blijft, tel tot 10 of 20 voor je iets zegt wat als jij wat zegt heeft het gewicht. Ga niet meehuilen met de wolven in het bos maar ga ook geen dingen goedpraten.

Vraag je iedere keer weer af waar je wel of niet op ga reageren. Zorg dat je een goed netwerk hebt en werk daar aan. Heb goede voelhoorns en besef dat je niet alles zelf kan doen. Probeer aan de voorkant van het besluit invloed uit te oefenen.

Op 6 juni 2019 droeg adjudant Donkers zijn functie over aan adjudant Koevoets. Dit gebeurde op de KMS in Ermelo. Hij ontving daar ook een de onderscheiding Ridder in de orde van Oranje Nassau met de zwaarden.

Na de functie van Landmachtadjudant gaat Donkers nog 3 jaar lang door op de nieuwe functie van stafadjudant van de HDP.

In de Landmacht van juni 2019 staat het onderstaande artikel:

Landmachtadjudant Peer Donkers blikt terug op tropenjaren

Bijna 5 jaar vertaalde landmachtadjudant Peer Donkers (59) de rauwe werkelijkheid van de werkvloer naar de defensietop. “In al die jaren heb ik het belang van de onderofficieren verdedigd”, aldus Donkers die binnenkort het stokje overdraagt.

“Defensie zat in een wervelstorm toen ik landmachtadjudant werd. Dat was 2014. De bezuinigingen waren in volle gang; overal werd op geknepen inclusief munitie. Opleidingen werden uitgekleed en mensen ontslagen. Maar dat heeft me niet tegengehouden om deze baan te nemen. Als landmachtadjudant sta je voor de belangen van onderofficieren en manschappen. Ook in moeilijke tijden.”

Als het moet, vliegt de landmachtadjudant de halve wereld over om met collega’s te praten. Recent ging Donkers nog in Mali langs, vlak voor het einde van de missie.

Rauwe werkelijkheid

“Er was veel tegenwind, daar moet je tegen kunnen. Ik probeerde op de werkvloer bijvoorbeeld uit te leggen waarom er weinig munitie was. Maar dat viel bijna niet uit te leggen. Die mannen zijn professionals, logisch dat ze kritisch zijn als niks meer kan. Dat doet iets met mensen. Die rauwe werkelijkheid kaartte ik vervolgens bij de landmachttop aan en dan werd er zeker naar mij geluisterd.”

Alarmerend tekort aanpakken

“In al die jaren heb ik het belang van de onderofficieren verdedigd. Of dat is gelukt is aan anderen om te beoordelen. Maar als ik ergens trots op ben, is het de kwaliteitsslag die we hebben gemaakt op de Koninklijke Militaire School (KMS, hét opleidingsinstituut voor onderofficieren; red.). Op die kwaliteit was vanwege bezuinigingen flink ingeteerd, met alle gevolgen van dien. Cursisten vielen uit vanwege de hoge studiedruk, want er moest meer in minder tijd. Later bleek ook dat afgestudeerde collega’s door de verminderde kwaliteit van de opleiding niet capabel genoeg waren om hun werk goed te doen. Daar heb ik toen actie op ondernomen en nu zien we voorzichtig de eerste positieve effecten. De KMS is tot de nok gevuld. Er zijn officieel 500 opleidingsplaatsen, maar nu zijn er 630 cursisten. Zo moeten we het tekort aan onderofficieren wegwerken. Want dat gebrek is schrikbarend. Op een totaal van grofweg 7.000 onderofficieren, zijn er ruim 900 lege plekken. Dat is alarmerend en te voelen in de haarvaten van de organisatie. Maar de inhaalrace zal nog jaren duren.”

Vertrekkend landmachtadjudant Donkers is nuchter: “Je bent nooit klaar, maar niemand is onmisbaar.”

Gemiste kans

“Er is wel iets waar ik spijt van heb. Bij mijn aantreden zei ik dat ik werk zou maken van de vorming van onderofficieren. Daar viel en valt nog flink wat aan te verbeteren. Vorming is een belangrijk onderdeel van onze organisatie: waarom zijn we militair, hoe moeten we ons gedragen? Hoe leven we naar onze kernwaarden Moed, Toewijding en Veerkracht?

Dat komt tijdens de initiële opleidingen aan bod, maar zakt daarna weg omdat de focus bij de operatie komt te liggen. Toch is vorming ook dan nog belangrijk, bijvoorbeeld om excessen zoals pesten en ontgroeningsrituelen te voorkomen. Precies die gedragingen waardoor Defensie de afgelopen jaren in het nieuws is gekomen.

Maar dat onderwerp heb ik dus jammer genoeg een beetje laten liggen. De dagelijkse gang van zaken nam al snel de overhand. Dit is ook meteen het advies aan mijn opvolger adjudant Ad Koevoets: maak werk van de vorming. Daar hebben die mannen en vrouwen baat bij.”

Donkers ging minimaal 1 dag per week op werkbezoek bij eenheden in het land. Maar ook officiële gelegenheden als Veteranendag stonden op de agenda.

3 jaar bijtekenen

“Er is dus nog genoeg werk. Je bent nooit klaar, maar niemand is onmisbaar. Na de overdracht op 6 juni zou ik met Functioneel Leeftijdsontslag gaan. Maar dat liep anders, want ik blijf nog even. Een tijd geleden werd ik benaderd of ik de stafadjudant van de hoofddirecteur Personeel wil worden, in Den Haag. Hij wil ook meer geluid van de werkvloer horen. Daar heb ik niet lang over nagedacht en heb voor 3 jaar bijgetekend. Mijn vrouw heeft er geen probleem mee. Zij maakte zich al zorgen wat ik met al die vrije tijd zou gaan doen. Mijn hobby’s zijn duiken en motorrijden, dat doe je niet dagen achter elkaar. Nee, ik vind mezelf nog te jong om thuis op de bank te hangen. Dat komt nog wel, maar nu eerst een korte vakantie. 2 weken duiken op de Malediven.”

« van 2 »

Documenten

1503805_D54_OO_Juni

Vorming binnen de KL

Facebookbericht aanstelling Donkers

Artikel in de onderofficier april 2017

Artikel in de onderofficier maart 2018

Op weg met de Landmachtadjudant De onderofficier dec 2017