Generaal Middendorp gaf in zijn speech het belang aan van de Krijgsmachtadjudant.

De Krijgsmachtadjudant informeert de CDS over de stand van zaken in het veld en op de werkvloer. Vervolgens adviseert hij hem hoe hiermee om te gaan. Hiervoor brengt de adjudant veel werkbezoeken en heeft hij een groot informeel netwerk onder de onderofficieren en via hen contact met de manschappen. Het uiteindelijke doel: kwaliteitsborging van het onderofficierenkorps.
Aftredend Krijgsmachtadjudant Ron Boer kreeg voor zijn verdiensten in de afgelopen jaren het ereteken van verdienste namens de Minister van Defensie uitgereikt.

Nico Spierenburg gaf in zijn speech aan dat je afkomst niet belangrijk is. Natuurlijk is hij trots op zijn jaren bij de ‘gym’, de LO/Sportorganisatie. Natuurlijk hebben ook zijn vroege jaren bij de infanterie hem gevormd. Natuurlijk heeft hij gewoontes van het CLAS in zich. Maar veel belangrijker is waar je naartoe wilt, dat maakt waar je voor staat.

Hij vergeleek de zojuist bij hem aangebrachte nestel met de daarvoor aan Ron Boer uitgereikte medaille als ereteken van verdienste. Een medaille is voor een prestatie die je al geleverd hebt, de gouden nestel staat voor de taak die je gaat uitvoeren. Nico wil zich in gaan zetten voor alle personeel en ze helpen met het, ook in deze moeilijke tijden, bepalen van de richting. Ongeacht wapen, dienstvak of krijgsmachtdeel.

Generaal Middendorp gaf aan dat Nico een uitdagende periode tegemoet gaat.

Gesprek met Nico Spierenburg op 20 maart 2018 in Den Haag.

Ik sta heel positief in de huidige tijd. Geld erbij, mensen erbij, veranderende instelling van de politiek. Eindelijk na jaren van minder weer meer! Nu zorgen dat we het aan de juiste dingen uitgeven en inde juiste volgorde. Daar steek ik in Den Haag veel  tijden energie in.  dat is niet in een paar maanden geregeld. we gaan op sommige gebieden nog wat naar beneden voor dat we omhoog gaan. ik vind dat de mensen op de werkvloer zo snel mogelijk moeten merken dat het beter wordt.

Waar is de Krijgsmachtadjudant mee bezig op het moment van de afspraak.

  • Behoud en werving.

Op dit moment is dit wat prioriteit 1 heeft. Er zijn 5000 vacatures die gevuld moeten worden. Medewerkers verlaten defensie om verschillende redenen. Dat kan te maken hebben met loon, perspectief, geen internet op de legering, af willen van binnenslaper zijn enz.

Op dit moment is een probleem de uitstroom van mariniers. Deze zien het niet zitten om vanuit Doorn naar Vlissingen te vertrekken en vooral jonge onderofficieren verlaten het korps. In mijn optiek moeten we naar regionaal werven en regionaal werken zodat men kan werken in de regio waar men woont. We moeten naar langere functieduren van 5-7 jaar. We moeten ook de gelegenheid geven om te studeren en civiel en militair beter op elkaar afstemmen. Tevens moet er meer maatwerk geboden worden aan de medewerkers, wendbaarder omgaan met mensen.

Als we aan deze zaken goed werken blijft defensie een interessante werkgever.

  • Verder ben ik bezig met kleding en uitrusting. Nieuwe kleding en uitrusting krijgsmachtbreed. Het traject van verwerving gaat nu te langzaam en je kunt het niet verkopen dat het op andere plekken wel geleverd kan worden en defensie kan het niet regelen. Kopen vanaf de plank i.p.v. zelf het wiel uitvinden.
  • Het catalogussysteem bij KPU invoeren. Mensen moeten zelf kunnen kiezen uit wat defensie biedt. Pakketten voor uitzending, missies en plaatsingen blijven door OPCO’s bepaald.
  • Ook is een punt van aandacht op dit moment het formaliseren van de functie van alle stafadjudanten. De functieniveaus moeten binnen de OPCO’s gelijkgetrokken worden.
  • Uitkomst uit de nationale onderofficiersconferentie krijgt steeds meer handen en voeten. Het idee is dat het ECLD uitgebreid gaat worden met onderofficieren die de werkvloer opgaan en ondersteunend zijn in leiderschap naar de eenheden.
  • Ik ben ook bezig met de JTV, de paarse Joint Tertiaire Vorming voor stafadjudanten. Een cursus van 4 weken waarin de vraag centraal staat waaraan de stafadjudant zijn autoriteit ontleent. Op aangeven van de onderdeelsadjudant komen potentiele kandidaten voor stafadjudant voor de opleiding in aanmerking.
  • De beleidsvisie is in ontwikkeling. Ik had het graag in een wat sneller tempo gezien want het voor de rol en positie van de onderofficier van groot belang om de beleidsvisie te realiseren.

Op woensdag 2 september 2020 droeg Nico Spierenburg zijn functie over aan Adjudant-onderofficier van de Mariniers Algemeen R.H.A. (Rob) van Haastrecht. Deze functieoverdracht was op de KMS in Ermelo.

Op zijn facebookpagina gaf de CDS het volgende aan:

Vandaag was de functieoverdracht van de krijgsmachtadjudant. Nico Spierenburg heeft het stokje overgedragen aan Rob van Haastrecht. Daarmee sloot Nico een periode af van 4,5 jaar, waarin hij een onuitwisbare indruk heeft gemaakt op de krijgsmacht. En in het bijzonder op mij!

Met tact, gevoel voor timing en vastberadenheid maakte Nico van vrijwel alles wat hij aanraakte een succes. En tilde hij ook de positie van de krijgsmachtadjudant en krijgsmachtdeeladjudanten naar een hoger niveau. Bij overleggen wist hij steevast effectief te laveren tussen beleid en uitvoering.

Hij kijkt mensen aan, hij luistert naar ze. Oordeelt niet. Geeft ze vertrouwen in hun eigen kunnen. Maar hij is ook niet bang om mensen een spiegel voor te houden en te laten zien dat ze de situatie ook van een andere kant kunnen bekijken. Dat maakte hem uitzonderlijk goed geschikt om de functie van krijgsmachtadjudant te vervullen.

Wij hebben nu bijna 3 jaar het duo “Nico en Rob” gehad. Wij waren zo’n vertrouwd gezicht, dat mensen het ‘Eigen huis en tuin’ deuntje floten als we eraan kwamen.

In zijn toespraak sprak admiraal Bauer zijn grote waardering voor Spierenburg uit:

“We gaan je ongelofelijk missen. IK ga je ongelofelijk missen. Één blik was genoeg om elkaar te begrijpen. Je vulde mij aan waardoor het geheel meer werd dan de som der delen.

Wij hebben momenten meegemaakt die ik mijn hele leven niet zal vergeten:

…Samen op de werkbezoeken naar de missies in Mali, Afghanistan, Israël, Libanon, Zuid-Soedan, Jordanië, Verenigde Arabische Emiraten, de Standing NATO Maritime Group in de Adriatische Zee en de Enhanced Forward Présence in Litouwen.

…Samen op de werkbezoeken naar de eenheden en bedrijven in Nederland en in het Caribisch gebied of aan oefeningen in Duitsland en Noorwegen.

…Samen bij de nationale onderofficiersconferentie, de stafadjudantendagen, de CDS Topdagen, maar ook de overleggen met de hoofden van de Defensieonderdelen

… Samen in honderden vergaderingen in de afgelopen drie jaar waarin we, meestal naast elkaar, hebben gesproken over de krijgsmacht.

Van Nico Spierenburg, ‘die van de gym’ naar Nico Spierenburg, de krijgsmachtadjudant. Jij verpersoonlijkt dat alles mogelijk is, als je het kunt, wilt en doet.

Dank voor je onwaarschijnlijk belangrijke bijdragen gedurende de afgelopen 4,5 jaar”.

Tijdens de functiewissel werd tevens voor de grote inzet en betrokkenheid van Spierenburg de Bronzen soldaat met het bijbehorende gouden erekoord uitgereikt. Deze onderscheiding werd uitgereikt door de Commandant der Landstrijdkrachten generaal Wijnen. Het gaf het volgende aan op zijn facebookpagina:

“Vereerd dat ik vandaag de Bronzen Soldaat heb mogen uitreiken aan adjudant-onderofficier Nico Spierenburg tijdens de functieoverdracht van de Krijgsmachtadjudant.

De Bronzen Soldaat is de oeuvreprijs voor de excellerende Landmacht-militair en is de hoogste individuele onderscheiding binnen de Koninklijke Landmacht.

Met zijn markante loopbaan – van infanterist via de LO/Sport tot Stafadjudant en uiteindelijk Krijgsmachtadjudant – is Nico een rolmodel voor de moderne onderofficier.

Nico, je straalt uit dat als je iets wilt en begrijpt en ervoor gaat, (bijna) alles kan. En het gebeurt omdat je er in gelooft! Ik noem dat waar leiderschap!”

Interview met Nico Spierenburg op 13 april 2021

We ontmoeten Nico op de bakermat van de onderofficier de KMS in Ermelo. Op de vraag hoe hij het ervaart dat op de stoel van de Krijgsmachtadjudant nu Rob van Haastrecht zit geeft Nico het volgende, hem tekenend, antwoord:

“Als heel logisch, de functie is overgegeven, Rob heeft hem nu. We hebben elke week contact over van alles en nog wat. Ik trek nu met hem op bij de beleidsvisie.(ik trek ook op met de JTV, NOOC, Loonhuis en Functiebeschrijvingen) De beleidsvisie is voor 98% klaar, de foto’s moeten er nog in en nog wat taalcorrectie en een presentatie voor de SG. Dit is nodig omdat de Marechaussee onder de SG vallen en ook in de beleidsvisie zitten. Je ziet dus dat ik nog veel met Rob samen werk en ik vind het onwijs leuk dat hij er zit”.

Als we samen spreken over de beleidsvisie dan geeft Nico aan dat het een heel ander boekwerk is geworden. De oude beleidsvisie lag bij Nico in een vitrinekastje met wat medailles. Het was een goed stuk met een goede basis in 2005 ontwikkeld.  Het was een op zichzelf staat document, het document wat er nu ligt is een geïntegreerd document, in drie hoofdstukken verdeeld. Hoofdstuk een is wat gebeurd er in de wereld, in de veranderende wereld om ons heen en hoe moeten we gaan opereren in de toekomst. Helemaal in lijn met de defensievisie 2035. Hoofdstuk 2 is eigenlijk de oude beleidsvisie maar dan aangepast aan deze tijd. We hebben een aantal accenten gelegd die in vandaag en morgen meer aandacht eisen, leiderschap, vorming en begeleiding van lerenden. Deze drie accenten zijn dominant naar voren gehaald. (eigen alinea, of iets dergelijks. de vorige stond het verspreid door de BV). Het derde hoofdstuk geeft inzicht in de ontwikkelingen in een veranderende wereld. Het mooie van deze visie is dat hij breed draagvlak heeft vanuit verschillende directies, defensieonderdelen en expertisecentra die er aan meegewerkt hebben. Zij zijn daarmee verbonden aan de beleidsvisie en omdat het helemaal in lijn is met de defensievisie is er breed draagvlak. Het is geen statisch document maar als er iets in de wereld veranderd verandert ook de beleidsvisie.

De beleidsvisie gaat over het wat, niet over het hoe, het is een parapluvisie waaruit de verschillende OPCO’s het hoe gaan invullen.

Op 20 maart 2018  was er een gesprek in Den Haag met Nico Spierenburg hij gaf toen aan waar hij mee bezig was, kleding en uitrusting, de JTV, formaliseren van de functie van stafadjudant, met ECLD.

Hoe kijkt Nico nu terug op de punten die hij in 2018 noemde:

“De TSP van de JTV is afgerond in de afgelopen maanden, ik ga hem nog een keer meedraaien. Kleding en uitrusting heb ik helemaal losgelaten en is overgepakt door Rob. Wel wil ik noemen dat het interimpak dat er nu is dankzij de onderofficieren, wij hebben gezegd nu is het genoeg toen er weer vertraging in het ontwikkelproces kwam en financiële keuzes gemaakt moesten worden. Men is nu tevreden over dit pak. Ik ben ontevreden over het traject maar tevreden met het resultaat. Over de bemoeienis met ECLD (Expertise Centrum Leiderschap Defensie ben ik tevreden, de onderofficieren hebben daar een plaats”.

In de periode dat Nico Krijgsmachtadjudant was heeft hij het DAO (Defensie Onderdeel Adjudanten overleg) uitgebreid met een aantal mensen zoals de DCC Adjudant, IGK adjudant en de SOCOM adjudant. Wat was het motief hiervoor?

“Ik ben adviseur van de CDS en de CDS heeft een aantal ondercommandanten. Als ik hem moet adviseren over onderwerpen die spelen bij zijn ondercommandanten, dan moet ik wel iets weten over hun bedrijven en die informatie kunnen hun adjudanten leveren. Ik heb een stuk of vier van die adjudanten bij het DAO gezet. Om de veranderende omgeving te kunnen inschatten is het delen van informatie van belang  Wel is afgesproken  met de uitbreiding met adjudanten van ondercommandanten, dus degene die niet tot het eigenlijke DAO behoren, overal over mogen meedenken maar als er een stemming komt dan stemmen zij niet mee. Dus de besluitvorming ligt bij de 7 personen van het oorspronkelijke DAO”.

Hoe heeft de voormalig Krijgsmachtadjudant het DAO ervaren?

Ik wil dat graag anderen laten zeggen en bij mijn afscheid is letterlijk gezegd dat de sfeer en de kameraadschap in de periode dat ik op functie zat is gegroeid. Het is een club mensen die dingen willen en die dezelfde kant op willen. We hebben met elkaar weleens de degens gekruist en elkaar de waarheid gezegd. Maar van belang is dat we hetzelfde uitdragen. Voor mij is belangrijk dat je doet wat je zegt, dat je zegt wat je doet en laat zien dat je doet wat je zegt ”

Als het gaat om de vraag of een functie als Krijgsmacht(deel)adjudant een eindfunctie moet zijn geeft Spierenburg aan dat hij dit niet nodig vindt. “Het gaat om kwaliteiten en niet om leeftijd. Een 40 jarige vrouw bij de Luchtmacht moet Krijgsmachtadjudant kunnen worden. Het gaat over talent, kwaliteit en ervaring. Het MD beleid geeft aan dat we de mensen moeten voorbereiden op de meest complexe banen binnen Defensie, als iemand het dan kan dan moet leeftijd geen belemmering zijn. Wij moeten het beste inzetten voor het onderofficierskorps. De vraag wat zo iemand dan na die functie nog moet gaan doen moeten we binnen de organisatie oplossen en we praten over 7 mensen in een organisatie van 45000 mensen”.

« van 5 »

6 vragen aan de krijgsmachtadjudant

KRIJGSMACHT ADJUDANT SPIERENBURG BEZOEKT ROC FRIESE POORT

Link geplaatst op 24 april 2016 als uitnodiging voor de NOOC 2017:

Meer informatie kunt u vinden op de Facebook pagina :Nationale Onderofficiers Conferencie.

Geplaatst door Nico Spierenburg op Maandag 24 april 2017

Informatiesessie Materiaal bij de onderofficier conferentie 6 juni

Geplaatst door Nico Spierenburg op Donderdag 19 april 2018