Op 14 juli 2011 nam Martin van Daalen het stokje over van Adjudant Wanders.
Op de vraag hoe adjudant van Daalen op deze functie kwam gaf hij het volgende aan:
“Voor de ‘paarse’ stafadjudantfuncties is er een zogeheten aflossingsoverzicht, waarbij de defensie-onderdelen bij toerbeurt een functie toegewezen krijgen om te vullen. Het is aan het Defensie Adjudanten Overleg (DAO) onder voorzitterschap van de Krijgsmacht Adjudant deze functies te vullen, waarbij het betreffende defensie-onderdeel garant moet staan voor de capaciteiten van de stafadjudant middels detectie en selectie. Een ‘sollicitatie’ is dan ook niet aan de orde, die heeft immers eigenlijk al plaatsgevonden binnen het eigen defensie-onderdeel. Een kennismakingsgesprek is wel aan de orde. Sinds vele jaren worden ‘stafadjudanten’ gezamenlijk opgeleid in de Joint Tertiaire Vorming (JTV), onder andere om nog beter inzicht te krijgen in de verschillende defensieonderdelen, maar ook om een nog ruimer netwerk te vormen. Het gevolgd hebben van de JTV is een vereiste, net als een ruime ervaringsopbouw in vergelijkbare functies binnen het eigen defensie-onderdeel”.
De taakstelling van de stafadjudant van CDC was:
De defensieonderdeelsadjudant verricht zijn werkzaamheden als onderofficier naast de commandant.
Kernelement van de functie is: Het ondersteunen van C-CDC en het bewaken van de kwaliteit van het domein van de onderofficier zoals deze staat beschreven in de beleidsvisie op de rol en positie van de onderofficier in de krijgsmacht.
Hoofdtaken:
- Adviseren van C-CDC ten aanzien van aspecten die zowel burger- als militair personeel aangaan, met in het bijzonder onderwerpen aangaande militairen beneden de rang van Luitenant ter Zee derde klasse/Tweede Luitenant;
- Optreden als vertegenwoordiger van burger- en militair personeel, met in het bijzonder de militairen beneden de rang van Luitenant ter Zee derde klasse/Tweede Luitenant;
- Leveren van een bijdrage aan de kwaliteitsborging en inhoud geven aan de verdere vorming van onderofficieren bij het CDC;
- Optreden als aanspreekpunt voor commandanten en overige officieren m.b.t. onderwerpen aangaande militairen beneden de rang van Luitenant ter Zee derde klasse/Tweede Luitenant;
- Verrichten van representatieve taken en overige werkzaamheden.
Samenvattend: Hij informeert Commandant CDC over de stand van zaken in het veld en op de werkvloer. Aansluitend adviseert hij hem hoe hiermee om te gaan. Zijn gereedschap: veel werkbezoeken en een groot informeel netwerk onder de onderofficieren en via hen contact met de manschappen. Het doel: kwaliteitsborging van het onderofficierskorps.
In het blad de Pijler van juli-augustus 2011 staat een maand na het aantreden van Martin van Daalen een interview.
Hieronder het interview integraal:
Defensieonderdeeladjudant bij het CDC
BIJ DE STAF VAN HET COMMANDO DIENSTENCENTRA DEFENSIE IS HET KANTOOR VAN ADJUDANT DER MARINIERS MARTIN VAN DAALEN GEMAKKELIJK TE VINDEN. EEN STICKER VAN HET KORPS MARINIERS PRIJKT DUIDELIJK NAAST ZIJN ALTIJD GEOPENDE DEUR. DIT UIT RESPECT VOOR ZIJN AFKOMST EN NIET OM HOKJESDENKEN TENTOON TE STELLEN.
DE KERSVERSE DEFENSIEONDERDEELADJUDANT BESCHOUWT ZICHZELF
NAMELIJK ALS EEN BRUGGENBOUWER. “IK BEN NIET ALLEEN EEN VERTE
GENWOORDIGER VAN DE ONDEROFFICIEREN. IK VIND HET OOK BELANG
RIJK OM BINDING TE CREËREN BINNEN ONZE KRIJGSMACHT.”
Op 14 juli nam van Daalen de functie over van adjudant van de Koninklijke Marechaussee Henri Wanders. Een mooie kroon op zijn carrière. In 1979 kwam hij als marinier 3 in dienst in Rotterdam. Sinds 1984 is hij onderofficier. “Alle dingen die mariniers geacht worden te doen, heb ik gedaan. Veelvuldige berg- en wintertrainingen in Schotland en Noorwegen en jungletrainingen. Daarnaast ben ik op uitzending geweest naar Cambodja, Bosnië, Eritrea.” De laatste jaren werkte hij voornamelijk in de amfibische wereld, als chef der équipage bij het Amfibische Gevechtsteunbataljon en later in dezelfde functie bij het Opleidingscentrum Amfibisch op Texel.
Toch een heel andere wereld dan een ondersteunend bedrijf zoals het CDC en dat geeft van Daalen ook toe. “Ik doe dit werk als vertegenwoordiger van het onderofficierskorps en bewaak hierbij de rol, de positie en de kwaliteit van de onderofficieren zoals beschreven in de Beleidvisie Onderofficieren. Hierin adviseer ik de commandant en heb een signaalfunctie. Dat werk is eigenlijk niet zo heel anders dan wat ik de afgelopen jaren heb gedaan. Bij het CDC is het aantal mensen waarvoor je staat groter, de problemen zijn groter, maar het principe blijft wel hetzelfde.” Van Daalen wil hierin een hecht team vormen met de overige stafadjudanten. “Zij zijn degenen die op dezelfde positie naast hun commandant staan en vormen voor mij dus een belangrijk aanspreek- en overlegpunt binnen het CDC.” Zijn operationele achtergrond ziet hij daarbij juist als een groot voordeel. “Het helpt mij steeds duidelijk de link te leggen naar de operationele commando’s.” Hij zwijgt en begint te lachen. “Al moet ik nog wel afleren te zeggen ‘ja, maar bij het korps doen we het zo…’”
Binding “Vierentwintig uur per dag en 365 dagen per jaar levert het CDC diensten voor de overige krijgsmachtdelen”, gaat van Daalen verder. “Wat heb jij vandaag betekend voor je collega achter de boom, hoog in de lucht of op zee? Dat is de vraag die we ons bij het CDC elke dag moeten stellen. Dat kan variëren van de apotheker in het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum in Friesland die medicatie klaarmaakt voor een missie tot de medewerker van het Dienstencentrum Human Resources in Enschede die reiskosten muteert. Al die verschillende bedrijfsgroepen die over het hele land verspreid liggen, maken het een zeer divers bedrijf met veel expertise. Toch is er maar één reden waarom we dit werk doen. Eén van mijn speerpunten tijdens deze plaatsing is om dat steeds duidelijk te benadrukken. Dat is namelijk wat ons bindt en daarmee kan deze organisatie zich wat meer naar buiten richten.” Van Daalen vindt het belangrijk dat binnen Defensie iedereen zich van elkaars kracht bewust is. “Dat betekent dus ook dat die operationele collega inziet dat er hier een hoop mensen hard werken om hem of haar het leven gemakkelijker te maken.”
Speerpunten
Dit is echter niet zijn enige doelstelling tijdens de drie jaardurende plaatsing. In de openingstoespraak bij zijn aantreden geeft de nieuwe defensieonderdeeladjudant aan dat hij begrijpt dat het CDC een lastige periode tegemoet gaat. “Deze organisatie is als een rijdende trein waarvan bestemming niet duidelijk is voor alle passagiers. Het is moeilijk om je staande te houden in zo’n omgeving. Mensen hebben houvast nodig. Die hoop ik te kunnen bieden.” Daarmee geeft hij nog twee van zijn speerpunten prijs. “Communicatie en goed leiderschap zijn erg belangrijk in deze tijden. Ik zie het als mijn taak om boodschappen van een abstract niveau te vertalen naar de werkvloer. Vaak geven we problemen en beslissingen op te grote lijnen door, zonder met uitleg en antwoorden te komen. Het is juist belangrijk om ook de context van bepaalde beslissingen te verklaren om zo begrip te krijgen en samen tot een oplossing te komen.” Van Daalen hoopt dat het personeel de weg naar hem goed weet te vinden. “Mijn deur staat hier op de Binckhorsthof voor iedereen open. Als ik straks na de verhuizing naar de Kromhoutkazerne in Utrecht -die volledig is ingericht naar het nieuwe werken- een deur heb gevonden, zal ik die zeker ook open zetten.”
Nu hij pas een maand op functie zit, is van Daalen nog op zoek naar de juiste balans. “Ik ontdek elke dag meer over dit bijzondere defensieonderdeel tijdens de bezoeken die ik afleg en in de documenten die ik lees. Ik probeer nu zo snel mogelijk duidelijk te krijgen wat er allemaal op het personeel afkomt de komende tijd. Ik hoop dat ik er dan voor hen kan zijn.”
Bij het afscheid van Martin van Daalen stond in de Pijler van 13 augustus 2014 een afscheidsinterview.
Hierin merkt Martin het volgende op:
Martin, waar ben je het meest trots op als je terugkijkt op je periode als CDC-adjudant?
“Op de positie van de onderofficier en de daarmee gelijk geschaalde burger, de meewerkend voorman. Onze stem wordt serieus genomen. Dat neemt niet weg dat de leiding ons best nóg meer mag betrekken bij plannen met (grote) consequenties voor het personeel op de werkvloer. Verder ben ik trots op het vakmanschap van het CDC-personeel.”
“Niet echt, ik ambieerde deze functie. De vele vakdisciplines binnen het CDC spreken me aan. Maar toegegeven, een militair wil, als het kan, operationeel zijn. Alleen liggen die banen niet meer voor het oprapen. Aan de andere kant verwacht ik in het CDC in zekere zin ook operationeel te kunnen werken. De onderdeelsadjudant is de schakel tussen de leiding en het personeel. Dat is ook operationeel werk. Je probeert het beste voor de mannen in het ‘voorterrein’ te bereiken.”
“Zorg voor frisse ideeën. Als je, zoals ik, drie jaar bij het CDC werkt, ligt bedrijfsblindheid mogelijk op de loer. Doe deze baan verder zoveel mogelijk vanuit je hart. Het CDC neemt aan de hand van nota’s en regels al zoveel rationele beslissingen. Dat is prima, maar probeer jij de man te zijn die soms de emotie laat meetellen. Blijf de mens op de werkvloer in beeld brengen.”
Martin, hoe bereidde je je op je Functioneel Leeftijdsontslag voor?
“Niet. Daar houd ik me pas na 4 september mee bezig. Die dag begin ik samen met drie oud-collega’s aan een tocht per motorfiets over IJsland. We blijven een paar weken weg. Deze periode grijp ik aan om over mijn toekomst na te denken. In elk geval kijk ik terug op een militaire loopbaan vol rijke momenten. Het zal moeilijk worden om Defensie los te laten.”
Op 26 augustus 2014 droeg Martin zijn functie over aan Hessel Faber.
Documenten
alle-hens-2011-7-8 artikel martin van daalen