Adjudant Cees Bielander is geboren in Ermelo op 28 mei 1968. In 1986 begint hij zijn militaire carrière op de Koninklijke Militaire School (KMS) te Weert.
In 1988 volgt een startfunctie als stuks commandant pantserrups tegen luchtdoelen (PRTL) bij 41 Pantserluchtdoelartilleriebatterij (Paluabt), gelegerd in Langemannshof, Duitsland. Hierna volgen diverse functies als wachtmeester, waaronder de rol van instructeur luchtverdediging. In 1997 wordt hij pelotonswachtmeester (PW) bij de
13de Batterij “Ypenburg”. Tijdens deze functie wordt hij als opvolgend pelotons wachtmeester (OPC) uitgezonden naar Cyprus in de 1(NL) UN Compagnie.
In 2002 volgt een plaatsing als opperwachtmeester vuurcontrole bij 12 Paluabt. Tijdens deze functie wordt hij als planner van operaties ook uitgezonden naar Bosnië. Na terugkeer vervult hij de functie van batterijopperwachtmeester (BTOWI) bij de 13de Batterij “Ypenburg”, terwijl deze eenheid zich voorbereidt op de verantwoordelijkheid voor de
veiligheid van de Nederlandse kampen in Uruzgan, Afghanistan.
In 2008 vervolgt hij zijn carrière, nu als analist bij 102 Elektronische Oorlogsvoering Compagnie in ’t Harde. Als EOVanalist maakt hij deel uit van de Task Force Uruzgan, gelegerd in Tarin Kowt, Afghanistan.
In 2010 keert hij terug naar de Luchtverdediging om als adjudant leiding te geven aan de vaktechnische onderofficiersopleiding luchtverdediging. Op het Opleidingscentrum Luchtverdediging wordt hij later stafadjudant in de rol van Commandant instructiegroep. Als Taskforce Adjudant maakt hij deel uit van de 1(NL) Ballistic Missile Defence
Task Force in Adana, Turkije.
In februari 2018 wordt hij Commando-adjudant van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando en in mei 2021 volgt de functie van Brigade-adjudant van het Operationeel Ondersteuningscommando Land. Op 13 maart 2023 wordt hij aangesteld als de zevende Landmachtadjudant van de Koninklijke Landmacht.
Op 8 maart 2023 lazen we op de Facebookpagina van het OOCL:
Vanmiddag vond de stokoverdracht tussen brigade-adjudant L.C. Bielander aan adjudant H.S. Kootstra plaats. Voorafgaand aan de stokoverdracht mocht adjudant Bielander zijn gouden medaille voor 36 jaar langdurige en trouwe dienst in ontvangst nemen. In ’t Harde stonden verschillende delegaties van het OOCL opgesteld om de functieoverdracht van brigade-adjudant bij te wonen. Adjudant Bielander benadrukte in zijn speech dat hij, waar hij ook kwam binnen het OOCL, overal enthousiaste collega’s tegenkwam zelfs als de omstandigheden niet altijd makkelijk waren. Hij koestert de mooie gesprekken die hij heeft gevoerd de afgelopen tijd bij het OOCL. Adjudant Bielander verlaat het OOCL eerder dan verwacht omdat hij gevraagd is voor de functie van Landmacht adjudant.
Op donderdag 16 maart droeg landmacht-adjudant Ad Koevoets op de Jan van Schaffelaarkazerne in Ermelo zijn functie over aan adjudant Cees Bielander. Bielander wordt daarmee de zevende landmacht-adjudant. De Landmachtadjudant vormt als centraal aanspreekpunt een brug tussen de werkvloer en de staf. Hij luistert naar problemen, vraagt door en toont begrip. Hij heeft aandacht voor de mens áchter de functionaris. Daarnaast bewaakt de hij de positie van het onderofficierskorps – de “ruggengraat van de Koninklijke Landmacht”. Hij adviseert waar hij dat nodig vindt en bewaakt te allen tijde de positie en kwaliteit van de onderofficier. Een grote verantwoordelijkheid.
Artikel in De Landmacht 3 oktober 2023
Landmachtadjudant doorgrondt HR-maatregelen
Er verandert veel in het Human Resources (lees: personeelszaken) -domein van de landmacht. Vaste aanstellingen voor manschappen, vernieuwde doorstroommogelijkheden naar de KMS, de AMO ondergebracht bij de brigades; zo maar wat voorbeelden. Landmachtadjudant Cees Bielander ziet samenhang tussen al die acties.
“Rusland is een oorlog gestart. Er is dreiging en we moeten iets doen met hoofdtaak 1 (beschermen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten, red.). Dat kan alleen als je eenheden gevuld zijn.” Landmachtadjudant Bielander zit nog maar relatief kort op z’n post als bewaker van de positie van het onderofficierskorps. Lang genoeg echter om de vinger op de zere plek te leggen. Op de Kromhoutkazerne, hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht, verklaart de ervaren onderofficier: “Tegelijkertijd weten we dat we er de afgelopen jaren alles aan hebben gedaan, met goede initiatieven zoals Falcon Legion en werven in de regio, maar dat het niet gelukt is alle eenheden te vullen. De boodschap die écht dient te landen, is dat we geen keus hebben. Vullen is noodzakelijk om voor continuïteit te kunnen zorgen als we daadwerkelijk ons land moeten beschermen.”
Valide vragen
Adjudant Bielander gaat verzitten, legt zijn handen op tafel en vervolgt: “Nu is dus een voor velen lang gekoesterde wens – een contract voor het leven voor manschappen – uitgekomen. Uiteraard levert dat naast blijde gezichten ook valide vragen op. Wat te doen met een infanterist van 55, wat voor loopbaansporen moeten we ontwikkelen? De tijd zal het leren. Wel denk ik dat je straks een verplichting hebt als manschappen met FLO gaan. Om ervoor te zorgen dat die niet onder de armoedegrens zakken moet je die financieel steunen.”
‘Anders’ naar de KMS
“Voor wat betreft het traject richting de Koninklijke Militaire School, geldt dat we zeker het een en ander hebben vergemakkelijkt. Vroeger moest je als je onderofficier wilde worden, minimaal vmbo-t (theoretische leerweg, red.) hebben. In de praktijk betekende dat maandenlang studeren, zelfstandig, bij de LOI. Dat is geen sinecure, onze mensen zitten immers vaak niet ‘op leren’.
Gelukkig hebben we besloten dat we van dat schakeltraject af moesten. De capaciteitentest zoals we die altijd al hadden, blijft wél gewoon bestaan. En er zit nu een algemene kennistest bij. Denk aan Nederlands, Engels en maatschappijleer. Haal je daar een voldoende voor, ga je naar de KMS. Lukt het je niet, krijg je fysiek les om bij te spijkeren. Geen online leeromgeving! Dus zonder in te boeten op de basiseisen, proberen we collega’s eenvoudiger door het proces te loodsen.”
Sneller paraat
“Wat er gebeurt op het gebied van de AMO?” Bielander neemt een slok koffie, kijkt even naar buiten. “Dat krijg ik niet in twee zinnen uitgelegd”, vervolgt hij glimlachend. “In september zijn we gestart met het Dienjaar, waarvoor we een bepaalde indeling moesten maken. We hebben ervoor gekozen om die collega’s een 10-weekse opleiding te geven; de Algemene Militaire Opleiding. Daarna doorlopen ze de rest van het traject, geplaatst bij een operationele eenheid. Waar dus vroeger méér onderdelen in de AMO zaten – die duurde 18 weken – maken ze die nu mee in de praktijk bij hun onderdeel.
Ook voor de manschappen hebben we die vertaalslag gemaakt. Zij krijgen dus ook een 10-weekse opleiding en gaan daarna paraat.
Hoe die precieze invulling van de vervolgtrajecten eruit komt te zien, kan per eenheid verschillen. Het zal hoe dan ook zorgen voor minder opleidingstijd. En wat natuurlijk erg aantrekkelijk is, is dat je sneller, beter betaald krijgt omdat je minder lang leerling bent.
Dan hebben we ook nog eens besloten dat we de manschappen gaan opleiden bij de eenheden, met hulp van instructeurs van School Zuid en School Noord. In de regio, wat voor meer verbinding zorgt. Wat heel belangrijk is, is dat het Opleidings- en Trainingscommando de kwaliteit van de opleidingen blijft bewaken.”
Wees nieuwsgierig
“Waar de samenhang zit tussen alles waar we het zojuist over hebben gehad? Simpel: vullen, werven en behoud. Jarenlang hebben we bij de krijgsmacht gesproken over abstracte HR-zaken. Nu pas worden zaken echt concreet. Ik kan nu op de werkvloer vertellen dat het echt gebeurt. Alles is erop gestoeld mensen binnen te halen en binnen te houden.
Kijk ik naar mijn eigen functie dan is een van mijn belangrijkste doelen om de kwaliteit van de Nederlandse onderofficier te bewaken. Let op: we staan er al enorm goed op. Als je ze internationaal over ons hoort praten, zijn we echt vreselijk goed. Dat maakt ons als klein landje speciaal. Die kwaliteit moeten we echter wel vasthouden. Mede daarom moeten we ons ervoor inspannen dat we mensen op de hoogte houden. Informatie is motivatie. We moeten zorgen dat die hele transformatie van de landmacht goed landt bij ons kapitaal. Dat betekent veel aanwezigheid op de werkvloer.
Maar daarnaast is mijn boodschap ook: werkvloer, wees kritisch en nieuwsgierig. Al komen we uit 30 jaar bezuinigen, we moeten voorwaarts. Dat is best lastig. Aan de andere kant; je kunt beter zorgen hebben met een grote zak geld erbij, dan zorgen plús een grote bezuinigingsronde. We moeten niet in mineur gaan zitten. Dus zet een streep onder wat er gebeurd is. Laat het los en ga aan het werk.
Weet je, het is niet zo dat politici vinden dat we bij Defensie zulke toffe lui zijn dat we er daarom een paar miljard bijkrijgen. Er is echt wel iets aan de hand in de wereld.”
Column in de Landmacht 01 2024
‘Ongemak is relatief’
In deze editie geen videocolumn van C-LAS, maar een geschreven versie van Landmachtadjudant Cees Bielander. Op 8 maart treedt generaal-majoor Jan Swillens aan als Commandant Landstrijdkrachten. Dat gebeurt onder gelijktijdige bevordering tot luitenant-generaal. Tot die tijd zorgt adjudant Bielander voor vulling van deze pagina.
“De landmacht groeit. We krijgen meer functies. Tegelijkertijd moet het aantal vacatures omlaag. We hebben snel meer en beter gevulde eenheden nodig. De urgentie en het geld zijn er, maar niet alle randvoorwaarden zijn even snel geregeld. En als we alles stap voor stap doen, staan we niet op tijd klaar om in 2030 100% gevuld te zijn zoals C-LAS gesteld heeft. Om zo snel mogelijk over veel mensen te beschikken, lopen we sporen parallel aan.
Terwijl we nog hard werken aan de uitbreiding van opleidingscapaciteit en kazernefaciliteiten, moeten we al nieuwe collega’s binnenhalen. Dat knelt en schuurt. Maar dit ongemak is relatief als je beseft waar we op voorbereid moeten zijn. Iedereen kent de beelden uit Oekraïne.
Voor veel randvoorwaarden zijn we afhankelijk van anderen. In de tijd dat de spullen bij leveranciers op de plank lagen, was er geen geld… nu ís er geld, maar liggen de spullen niet meer op de plank. Ook hebben we te maken met vergunningen en concurreren we met andere maatschappelijke belangen voor de benodigde ruimte. Woningbouw, natuurbeheer, asielopvang en economische ontwikkeling raken veel Nederlanders directer dan een oorlogsdreiging van 1.500 kilometer verderop. Voorlopig betekent dit dat we oplossingen vooral intern moeten vinden.
Om de grotere instroom van personeel te kunnen verwerken, is besloten de Algemene Militaire Opleiding anders in te richten. Onze opleidingsdeskundigen hebben een 10-weekse Basisopleiding Koninklijke Landmacht samengesteld, die nieuwe collega’s van voldoende kennis en vaardigheden voorziet om veilig als basismilitair aan de slag te kunnen. Verdere opleiding en training gebeurt daarna bij de eenheid zelf. Dat kost extra tijd en aandacht, maar hierdoor beschikt de eenheid wel eerder over meer mensen. Daarnaast creëert deze 10-weekse stoomcursus ruimte voor meer opkomstlichtingen en zo spelen we extra capaciteit vrij voor het opleiden van onderofficieren.
Bij zo’n ingrijpende maatregel ben je misschien bezorgd of het werk wel goed uitvoerbaar blijft. De landmacht heeft echter geen keus. De veiligheidssituatie vraagt om snel gevulde eenheden. Het blijft daarom nog wel even behelpen, maar het alternatief – afwachten tot alles geregeld is – kan onze vrijheid in gevaar brengen. We zullen met zijn allen onze schouders eronder moeten zetten. Ik daag je uit om deze maatregel om te zetten in een kans voor je eigen eenheid, je eigen bataljon, je eigen brigade of je eigen korps/regiment. Ga met elkaar in gesprek over het hoe.”
Adjudant Cees Bielander
Landmachtadjudant
Gesprek met Cees Bielander op 2 april 2024.
Op de Kromhoutkazerne ontmoet ik Landmachtadjudant Cees Bielander. Hij trad ongeveer een jaar geleden aan als opvolger van Ad Koevoets.
De Landmachtadjudant geeft aan, dat de situatie waarin hij aan deze functie begon, voelde als het begin van een nieuw tijdperk.
“Bijna al de mensen van de generatie van Ad zoals Joep Beljaars, Jeroen van Dijk en nog meer, zijn vertrokken en toen Ad vertrok kwam er ook een nieuwe situatie. Ad Koevoets heeft gewerkt in een periode waarin bezuinigingen aan de orde van de dag waren. Er was geen geld en dat is nu omgeslagen naar een situatie waarbij er geld bijkomt. Verder is er ook de oorlog in de Oekraïne waardoor hoofdtaak 1 zorgt dat we een andere kant op moeten”.
Is na een jaar op functie wel duidelijk hoe het loopt binnen de Koninklijke Landmacht?
“Het gaat allemaal heel erg snel, je stapt op een rijdende trein. Ik heb erg moeten wennen aan het feit dat je de hele dag ‘aan moet staan’. Alles wat je zegt wordt gewogen en dat voel je wel. Ik heb mij wel voorgenomen aan te geven als iets niet goed is. Ik maak het verhaal niet mooier dan het is. Ik houd het graag simpel en dat wordt gewaardeerd. Ik kom overal enthousiaste mensen tegen. Ik neem veel tijd voor werkbezoeken, een halve dag praat ik dan met de mensen. Het gesprek vind ik belangrijk dus niet met presentaties enz. Ik ga vaak alleen dus zonder de generaal”.
Wat komt hij dan tegen op de werkvloer?
“Ik heb veel moeten investeren in het uitleggen van wat het betekent dat de focus nu op hoofdtaak 1 ligt, Warfighting. Ook leg ik dan het verschil uit tussen de leefwereld en de systeemwereld. We leven nu in een andere werkelijkheid, van vredestijd naar oorlogstijd. Sommige dingen zijn ook lastig uitlegbaar, de werkvloer denkt vaak heel pragmatisch, het is urgent maar waarom is het dan zo lastig om bijvoorbeeld aan vergunningen te komen. Er moet een omslag gemaakt worden, in vredestijd ben je gehouden aan alle regels en in oorlogstijd kan eigenlijk alles. Die omslag vinden ze op de werkvloer heel lastig.
Wat zijn nu de thema’s waar je mee bezig bent?
“De mindset op hoofdtaak 1 te krijgen. Dat heeft grote gevolgen, vroeger hoorde je lang van tevoren dat je op missie moest. Daar kon ook je thuis op voorbereiden en uiteindelijk was je enkele maanden weg en dat was het en weer. Op de basis was er vervolgens weer onderhoudt. Nu bij hogere paraatheid ben je vaker op oefening, het materieel moet altijd in orde zijn. Ook opleiden is een thema, wij sleutelen niet aan de opleidingstijd maar de opleidingen moet wel op de schop. Er komt op termijn een totaal nieuwe SIVO, deze wordt op dit moment ontwikkeld. Meer groen en ook goed kijken wat nu moet en wat later ook kan maar wel voorbereiden op hoofdtaak 1.
De Landmachtadjudant is ook de voorzitter van het LAO (Landmacht Adjudant Overleg), hoe is zijn ervaring met deze groep mensen?
“Ik ken het LAO al heel lang. Toen Andre Odenkirchen Landmachtadjudant was, kwam ik in het LAO. Het is een groep van 14 mensen en de sfeer is prima. Ik heb wel iets gewijzigd. Eerst was het LAO na de LAMARA (LandMAchtRaad). Ik kon dan de zaken die bij de LAMARA besproken waren meenemen naar het LAO. Nu is het omgekeerd, eerst LAO en ik weet dan wat op de LAMARA agenda staat en wij kunnen dan in het LAO daar een mening over vormen die ik dan weer kan inbrengen in de LAMARA. Dit wordt als prettig ervaren. Ik heb ook de informatie van het LAO nodig en het is mijn overtuiging dat we het samen moeten doen.
Ook de samenwerking met de collega’s van de andere Krijgsmachtdelen, COMMIT en DOSCO ervaart Cees Bielander als goed. Wel geeft hij aan dat elk wel een eigenheid heeft.
We spreken ook over de “doelen” voor de komende tijd. Hierbij geeft de Landmachtadjudant de volgende zaken aan:
“Vulling is een thema, niet gevulde eenheden is een probleem. Verder toch steeds weer de urgentie aangeven van de focus op hoofdtaak 1. Verder is de uitval bij de opleidingen een groot aandachtspunt, daar is aandacht voor maar we moeten ook de opleidingen aanpakken. Het allerbelangrijkste is echter het behoud van personeel dat reeds jarenlang ervaring heeft opgedaan. Deze collega’s moeten we een beter perspectief bieden want we hebben hun kennis, ervaring en leiderschap keihard nodig.
Cees geeft aan het een mooie functie te vinden, hectisch en met veel schakelen. Maar alles om de belangen van de onderofficier te dienen.
4 juni 2024 Facebook
Bij zijn bezoek aan Litouwen sprak Landmachtadjudant Kees Bielander met de Nederlandse onderofficieren van de NATO enhanced Forward Presence Battle Group Lithuania. Tijdens een informele en formele bijeenkomst werden de nieuwste ontwikkelingen binnen het domein van de onderofficieren besproken, vooral op het gebied van opleidingen en doorgroeimogelijkheden. Bielander gaf hier verduidelijking over: meer maatwerk en flexibiliteit om de onderofficieren van de Koninklijke Landmacht betere carrièremogelijkheden te bieden. Hij vond het belangrijk om tijdens zijn werkbezoek zijn kennis over de nieuwe veranderingen te delen.
Het is essentieel dat deze gesprekken ook in Litouwen plaatsvinden, gezien de belangrijke rol van de enhanced Forward Presence missie. Deze uitzending is een cruciaal onderdeel van het gereedstellingsproces van onze krijgsmacht, waarbij onze onderofficieren onder uitdagende omstandigheden werken en zich voortdurend aanpassen. De inzichten en ervaringen die de onderofficieren tijdens deze uitzending opdoen, zijn van onschatbare waarde voor hun verdere ontwikkeling binnen de Koninklijke Landmacht.
De onderofficieren van de Koninklijke Landmacht spelen een cruciale rol in het gereedstellen van personeel voor onze eerste hoofdtaak. Groepscommandanten klaren de klus met hun team, waarbij de onderofficier zich aanpast en zorgt dat alles werkt met de middelen die beschikbaar zijn, onder de gegeven omstandigheden. De onderofficier is de spreekwoordelijke ruggengraat van de krijgsmacht: als vakman, leider en instructeur. Ze zijn een onmisbare schakel, geven leiding aan uitvoerenden, bewaken kennis en vaardigheden binnen hun vakgebied.