Tijdens een bijeenkomst op 23 augustus 2011 werd de nestel omgehangen door de toenmalige  commandant Luchtstrijdkrachten (C-LSK) Jac. Jansen (2008-2012).

De luchtmachtadjudant geeft in zijn toespraak bij zijn aantrede direct aan wat hij wil:

“ Als je de hoogste onderofficiersfunctie van je krijgsmachtdeel mag gaan bekleden is het vanzelfsprekend dat je daar blij mee bent, voor mij niet alleen omdat het de hoogste onderofficiersfunctie is maar ook omdat het een eer is dat ik de onderofficier, korporaal en soldaat van de Koninklijke Luchtmacht mag gaan vertegenwoordigen.  Daarnaast mag ik dat ook nog eens gaan doen in een tijd die we wel als een woelige tijd kunnen beschouwen. Een tijd waarin we met zijn allen iets moeten gaan neerzetten voor de toekomst en dat is een enorme uitdaging en laat dat nu net de reden zijn waarom velen ooit voor de Luchtmacht hebben gekozen, een baan met uitdagingen. Natuurlijk zullen er mensen teleurgesteld worden, dat zijn zaken waar ook ik geen roze strik omheen krijg.

Wat ik wel kan beloven is dat ik het gesprek met u aan ga en uw zorgen meeneem en zaken met een scherp ook zal bekijken. Mijn doelstelling zal zijn om een nog daadkrachtiger onderofficierskorps neer te zetten, een korps waarin alle medewerkers binnen de CLSK met trots over spreken. Een onderofficierskorps waarop de officier kan bouwen zeker de jonge officier zal hier veel baat bij hebben en waar korporaals en soldaten op kunnen vertrouwen. Wat ik niet zal zijn is de man van beloftes, verwacht van mij geen wonderen, ook ik heb de toverstaf van werk-, functie- en plaatsingsbehoud niet in mijn portefeuille”.

Als adjudant Boer een halfjaar zijn nieuwe functie bekleedt, geeft hij een interview in De Vliegende Hollander. Hij geeft aan hoe hij zijn nieuwe functie ervaart: “Of ik het werk leuk vind? Ja, geweldig! Binnen de vier muren van het CLSK ben ik heel vrij om te doen wat ik goed acht. Als ik met de C-LSK op pad ben, blijf ik steeds bij hem. Dan zien en horen twee paar ogen en oren hetzelfde, als we opsplitsen, hoort hij x en ik y en daar praten we later over. Je leert heel veel mensen kennen als gesprekspartner. Ik weet wat er speelt op de werkvloer want ik kom er zelf vandaan. Ik ga graag discussies aan, bedenk dingen en zet ze uit. Mijn vorige commandant stelde het heel scherp: “We doen wel veel samen maar we zijn niet steeds samen”. We moeten onderling dezelfde mening uitdragen en zullen met minder mensen een goede organisatie moeten neerzetten. Is dat eenvoudig? Nee, is dat mogelijk? Ja! Ik denk dat er nog veel meer uit het onderofficierskorps te halen is dan nu. We moeten alleen we blijven zien dat het glas half vol is”.

Boer geeft aan dat zijn relatie met zowel de huidige als de vorige uitstekend is en is geweest.  Is dat misschien de reden dat er tijdens de periode van Boer uiteindelijk een beleidsvisie onderofficieren Luchtmacht kwam en waarom bij Boer wel en bij zijn voorgangers niet?

“De beleidsvisie is die van Dre van Hugten, het enige wat ik gedaan heb is hem bij de Didactiek Militaire Luchtmacht Opleidingen laten updaten qua begrippen en verder niets. Uiteindelijk heeft Generaal Schnitger er eind 2012 zijn handtekening onder gezet. De huidige commandant, Luitenant –Generaal Schnitger (2012-) is iemand die, terecht,  het belang van iets in moet zien. Ook zonder een beleidsvisie kan een onderofficier zijn werk doen, maar in diverse discussies over de waarborging van ons onderofficierskorps, zowel binnen als buiten CLSK,  zag ook C-LSK de meerwaarde van een door hem geaccordeerde beleidsvisie onderofficier Koninklijke Luchtmacht”.

Wat ziet Boer als “wapenfeiten” uit zijn periode als Luchtmachtadjudant?

“We heb de squadron sergeant-majooropleiding op de kaart gezet,  de inbreng van de stafadjudant in Onderofficiersopleiding Koninklijke Luchtmacht gerealiseerd en er staat  een onderofficierspagina op het Intranet. En op dit moment zijn we het traject aan het opstarten om de lijn van vak-oudste naar de werkvloer te waarborgen.

Terugkijkend op zijn periode als Luchtmachtadjudant geeft Boer aan dat we vaak moeite hebben met het domein van de onderofficier. Uitvoeren van het beleid en daarbij veelvuldig leiding geven aan die uitvoering behelst een zeer groot deel van het onderofficiersdomein.

“Vaak vindt de onderofficier ook nog iets van het beleid, dat mag maar besef ook dat het niet van “ons” is, de uitvoering is van het onderofficierskorps. dat besef zijn we nog wel eens kwijt en  het is regelmatig de oorzaak van onvrede. Het spreekwoord is niet voor niets, Schoenmaker blijf bij je leest”.  Aan de andere kant heeft het geweldige discussies opgeleverd en dat maakt het ook bijzonder en aan het eind van de rit kan ik ook alleen maar zeggen het als een prachtige baan te hebben ervaren”.

Documenten

Ceremonieorder LA 20110823